Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • munt·pa·ri·teit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord muntpariteit -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de muntpariteitv

  1. (economie) verhouding tussen de hoeveelheden binnen- en buitenlands geld, benodigd om dezelfde hoeveelheid edel metaal te kopen

Gangbaarheid