municipaal
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: municipaal (hulp, bestand)
Woordafbreking
- mu·ni·ci·paal
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | municipaal | municipaler | municipaalst |
verbogen | municipale | municipalere | municipaalste |
partitief | municipaals | municipalers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
municipaal
- betrekking hebbend op de gemeente of gemeenteraad
- Hierop werd een procesverbaal opgesteld, dat ik dit gedeponeerd had, en ik en de municipaal hebben het proces onderteekend. Hierna werd mij nog gevraagd of ik geen effecten, de kerk toebehoorende, in mijn huis had. ‘Neen’, was het antwoord, want had niets. [3]
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord municipaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "municipaal" herkend door:
81 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ municipaal op website: Etymologiebank.nl
- ↑ (1982)–J. Chr. van Postel Het dagboek of De kroniek
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be