multiplier
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: multiplier (hulp, bestand)
- IPA: / ˈmʏltiplɑjər / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- mul·ti·pli·er
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Engels
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | multiplier | multipliers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de multiplier m
- (economie) de factor waarmee een endogene variabele verandert, in reactie op een verandering in enige exogene variabele
- ▸ Op de huidige stand van ruim 12.200 punten is de strategie op te zetten voor slechts € 100. Gezien de multiplier van 5 komt dit neer op een investering van € 500. Mocht Trump zijn gevreesde plannen echt doorzetten en noteert de DAX index dus in april onder een stand van 11.000 punten, dan is de combinatie € 800 waard. Oftewel, u heeft dan een verachtvoudiging van uw inzet.[1]
- ▸ Giften aan culturele ANBI’s kunnen zelfs voor 125 procent aftrekbaar zijn, voor zover die gift niet groter is dan 5000 euro. Die extra tegemoetkoming ”multiplier”) voor giften aan culturele ANBI’s bestaat sinds 2012 en is recent door de Europese Commissie goedgekeurd. Deze multiplier zou aanvankelijk gelden voor vijf jaar, maar inmiddels is daar zes jaar van gemaakt.[2]
- versterker
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. de factor waarmee een endogene variabele verandert, in reactie op een verandering in enige exogene variabele
Gangbaarheid
- Het woord multiplier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "multiplier" herkend door:
70 % | van de Nederlanders; |
57 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron ROY VAN SANTEN“Column: zo hedge je beleggingsportefeuilles voordelig” (08 mrt. 2018), De Telegraaf
- ↑ Weblink bron Wilbert van Vliet“Niet elke culturele vereniging is een ANBI” (Vliet 04-04-2013), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be