vervoeging van
multiplicar

multiplicase

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van multiplicar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van multiplicar
vervoeging van
multiplicarse

multiplicase

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van multiplicarse
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van multiplicarse