Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • muil·eze·lin
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord muilezelin muilezelinnen
verkleinwoord muilezelinnetje muilezelinnetjes

Zelfstandig naamwoord

de muilezelinv

  1. (dierkunde) dochter van een ezelin en een paardenhengst, zelf meestal onvruchtbaar
    • Dit gedicht handelt over een ongeletterde prelaat die zich op een muilezelin laat vervoeren en die zich erover beklaagt dat priesters geen enkele eer bewezen wordt. [1]
  2. (scheldwoord) onaantrekkelijke domme vrouw die geen kinderen kan krijgen
    • Dat ze zelf nooit kinderen had gekregen, beschouwde ze als het ergste dat haar in haar leven overkomen was. (…) Ze vervloekte de dag waarop ze geboren was en noemde zich een muilezelin, een monster zonder waarde, een droge put. [2]
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen