moucher

  1. (spreektaal) (iemand) een uitbrander geven, (iemand) op zijn nummer zetten
    «Après qu'il s'est fait prendre avec un pétard, Adrien s'est fait moucher par son vieux.»
    Nadat-ie zich heeft laten betrappen met een joint, heeft Adrien op zijn donder gekregen van zijn ouweheer. [1]