Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mo·tor·zaag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord motorzaag motorzagen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de motorzaagv / m

  1. (gereedschap) door een motor aangedreven kettingzaag
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be