Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mo·tor·pro·bleem
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord motorprobleem motorproblemen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het motorprobleemo

  1. moeilijkheden met het functioneren van de motor
    • Het vliegtuig kampte met motorproblemen en de piloot wilde een noodlanding maken op het vliegveld van Tuscaloosa. De landingsbaan werd echter niet meer bereikt. Het toestel crashte in een bos er niet ver vandaan.[1] 
    • De crash van een vliegtuigje op 15 september 2012 in de buurt van Valkenswaard, vlakbij [sic!] de Limburgse stad Lommel, werd veroorzaakt door motorproblemen. Dat heeft de Nederlandse Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) geconcludeerd na een onderzoek van meer dan drie jaar.[2] 

Gangbaarheid

Verwijzingen