moten
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mo·ten
Zelfstandig naamwoord
de moten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord moot
- meervoud van het zelfstandig naamwoord mote (sterk verouderde vorm)
Middelengels
Uitspraak
- IPA: /moːtən/
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Angelsaksische mōtan
Werkwoord
moten
Overerving en ontlening
Middelnederduits
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Oudsaksische mōtian
Werkwoord
moten