morgenkrieken
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: morgenkrieken (hulp, bestand)
- IPA: / ˈmɔrɣə(n)ˌkrikə(n) / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- mor·gen·krie·ken
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van morgen zn en krieken zn [1][2][3]; krieken is strikt genomen een werkwoord, maar wordt hier zelfstandig gebruikt
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | morgenkrieken | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het morgenkrieken o
- het aanbreken van de dag
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord morgenkrieken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "morgenkrieken" herkend door:
73 % | van de Nederlanders; |
57 % | van de Vlamingen.[4] |