mores
- mo·res
- alleen meervoud, van Latijn mores, in de betekenis van ‘zeden’ voor het eerst aangetroffen in 1660 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mores | |
verkleinwoord |
de mores mv
- regels hoe je je moet gedragen in een bepaalde omgeving
- De mores binnen de klas zijn dat je elkaar helpt zoveel je kunt en nooit probeert vriendjes te worden met de leraar.
- mores leren
er zodanig van langs geven dat een einde komt aan ongewenst gedrag
- Het lukte de Nederlanders niet de Indonesiërs mores te leren tijdens de politionele acties in Indonesië.
- Het woord mores staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mores" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "mores" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
mores mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord mos