Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • moord·wa·pen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord moordwapen moordwapens
verkleinwoord moordwapentje moordwapentjes

Zelfstandig naamwoord

het moordwapeno

  1. het wapen waarmee een moord gepleegd wordt
    • Ze hebben het moordwapen nooit gevonden. 
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen


Afrikaans

enkelvoud meervoud
naamwoord moordwapen moordwapens

Zelfstandig naamwoord

moordwapen

  1. moordwapen