moordwapen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: moordwapen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- moord·wa·pen
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘instrument om mee te doden’ voor het eerst aangetroffen in 1246 [1]
- samenstelling van moord en wapen [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | moordwapen | moordwapens |
verkleinwoord | moordwapentje | moordwapentjes |
Zelfstandig naamwoord
het moordwapen o
- het wapen waarmee een moord gepleegd wordt
- Ze hebben het moordwapen nooit gevonden.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord moordwapen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "moordwapen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ "moordwapen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ moordwapen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Afrikaans
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | moordwapen | moordwapens |
Zelfstandig naamwoord
moordwapen