Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mon·ta·ge·kos·ten
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord montagekosten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

montagekostenmv

  1. uitgaven die men doet om zaken aan elkaar vast te maken

Gangbaarheid