monopool
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mo·no·pool
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | monopool | monopolen |
verkleinwoord | monopooltje | monopooltjes |
Zelfstandig naamwoord
monopool
- voorwerp met één pool
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'monopool' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.