Nederlands

Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • mol·spits·muis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord molspitsmuis molspitsmuizen
verkleinwoord molspitsmuisje molspitsmuisjes

Zelfstandig naamwoord

de molspitsmuisv / m

  1. (insecteneters) Surdisorex norae   insecteneter uit de familie van de spitsmuizen (Soricidae). De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door Thomas in 1906. De soort komt voor in Kenia.
Hyperoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie