Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mo·les·ten

Zelfstandig naamwoord

de molestenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord molest


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
molestar

molesten

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van molestar
  2. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van molestar
vervoeging van
molestarse

molesten

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van molestarse
  2. gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van molestarse