Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • moeit

Werkwoord

vervoeging van
moeien

moeit

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van moeien
    • Jij moeit. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van moeien
    • Hij moeit. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van moeien
    • Moeit!