• moe·de·ren
  • afgeleid van moeder met het achtervoegsel -en

moederen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
moederen
moederde
gemoederd
zwak -d volledig
  1. als een moeder voor anderen zorgen, de rol van moeder spelen
    • Toegewijd moederen over het land: Vandaag verschijnt het boek De gekroonde republiek van historicus Cees Fasseur. Hij vergeleek Willem I, II en III met de vier koninginnen. Prins Willem-Alexander moet het maar als aanmoediging zien. Historicus Cees Fasseur concludeert in zijn boek De gekroonde republiek dat Nederland tot nu toe beter af was met zijn koninginnen dan met zijn koningen. „Mocht er voor het hoogste staatsambt nog eens worden geadverteerd, dan is de toevoeging dat bij gelijke geschiktheid een vrouw de voorkeur verdient in dit geval volkomen terecht.” [2] 
    • Het ontbreken van voldoende betaald zorgverlof voor de vader heeft niet alleen praktische gevolgen, maar ook een normerende werking. Als de moeder er een periode uit is geweest om te moederen lijkt het vaak vanzelfsprekend dat deze lijn wordt doorgezet: ze gaat in deeltijd werken. Op de werkvloer vertaalt dit zich op den duur in minder kansen op promotie. En zie daar: vervolgens kunnen beursgenoteerde bedrijven geen topvrouwen vinden en politieke partijen geen vrouwelijke fractievoorzitters. [3] 
  2. fulltime moeder zijn zonder betaald werk te verrichten
94 % van de Nederlanders;
78 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Merel Thie 15 februari 2011
  3. Volkskrant Sylvia Holla Zehra Sariaslan en Noortje Willems werkzaam bij Atria kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis 26 september 2016
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be