• Uit het Latijn, in het Engels bekend sinds ca. 1540. De moderne betekenis "gierigaard" ontwikkelde zich pas later.[1]
enkelvoud meervoud
miser misers

miser

  1. gierigaard, vrek
  2. (verouderd) ellendeling, schurk


mīsĕr

  1. armzalig, beklagenswaardig, ellendig [3,4] miserabel, ongelukkig