millenniumwisseling

  • mil·len·ni·um·wis·se·ling
enkelvoud meervoud
naamwoord millenniumwisseling millenniumwisselingen
verkleinwoord

de millenniumwisselingv

  1. (tijdrekening) de overgang van de ene duizend jaar durende periode naar de volgende
     Wayne is van 1933, het jaar waarin Hitler in Duitsland aan de macht kwam. Mooi dat hij wel een eeuw- en een millenniumwisseling heeft meegemaakt.[1]
     Bovendien was er de presentatie van een boek waarin wordt teruggeblikt op die gedenkwaardige wedstrijd - rond de millenniumwisseling door het Nederlandse publiek al gekozen tot sportmoment van de eeuw - en zeker ook op de tien jaar lange weg ernaartoe.[2]
  1. Carla de Jong
    “Geheim leven” (2019), Ambo Anthos, ISBN 9789026346132
  2.   Weblink bron “25 jaar na volleybalgoud in Atlanta: 'Hebben duizenden uren getraind met elkaar'” (04-08-2021), NOS