middagtemperatuur

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mid·dag·tem·pe·ra·tuur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord middagtemperatuur middagtemperaturen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de middagtemperatuurv

  1. de temperatuur van de buitenlucht in de periode tussen 12.00 en 18.00 uur; de temperatuur tijdens het warmste deel van de dag
     In het midden en zuiden is het bewolkt en vallen de meeste buien, verder naar het westen blijft het overwegend droog. De middagtemperatuur ligt tussen 20 en 23 graden. De komende dagen krijgt de zon meer ruimte, is het meestal droog en wordt het warmer.[1]
     Eerst het weer: met een matige oostenwind wordt veel bewolking uit Duitsland aangevoerd, maar vooral in het zuidoosten krijgt ook de zon wel wat ruimte. De middagtemperatuur loopt op naar 11 graden, maar het voelt zeker in open gebieden een stuk frisser aan.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Wekdienst 15/7: Hoogwater trekt land verder in • Laatste bergrit in Tour” (Donderdag 15 juli 2021, 06:57), NOS
  2.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Wekdienst 14/11: Woonprotest in Den Haag • Bulgaren voor de derde keer naar stembus” (Zondag 14 november 2021, 08:08), NOS