mensuraal
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- men·su·raal
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Latijn [1]
stellend | |
---|---|
onverbogen | mensuraal |
verbogen | mensurale |
partitief | mensuraals |
Bijvoeglijk naamwoord
mensuraal
- (muziek) een strak ritme hebbend
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord mensuraal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mensuraal" herkend door:
34 % | van de Nederlanders; |
56 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ mensuraal op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be