Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • men·ging
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord menging mengingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de mengingv

  1. mengsel, door elkaar voegen van verschillende stoffen

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be