meldlijn

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  meldlijn    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• meld·lijn

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  melden ww  en  lijn zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	meldlijn	meldlijnen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de meldlijn v / m

1. telefoonlijn of website waar men klachten of misstanden kan uitten of rapporteren

   • Woensdag bracht het linkse weekblad De Groene Amsterdammer het nieuws dat deze uitermate nuttige ‘kliklijn’ alleen in zijn bestaan kan voorzien door de van burgers verkregen informatie door te verkopen aan gemeenten. Voor die handel in tips is inmiddels een hele infrastructuur ontwikkeld, compleet met abonnementen en tarieven. Afhankelijk van de gekozen abonnementsvorm bepaalt de meldlijn wat het doorspelen van tips gemeenten kost. Is dat erg? 
   • Het aantal meldingen over verwarde personen blijft fors stijgen en de incidenten worden ernstiger. Een speciale meldlijn en zorgtaxi's kunnen de oplossing zijn, zegt een speciaal adviesteam van Zorgminister Schippers. 
   • Vicepresident Joe Biden bezocht samen met Mariska Hargitay, die rechercheur Olivia Benson speelt Law & Order, een meldlijn voor vrouwen die slachtoffer zijn van huiselijk geweld. Ook kondigde Biden een plan aan van 70 miljoen euro om de achterstanden bij de politie op verkrachtingszaken weg te werken. 
   • De gemeente wordt hoogstwaarschijnlijk weer ‘ouderwets’ telefonisch bereikbaar voor Hengeloërs die melding willen maken van zaken als een defecte lantaarnpaal, zwerfvuil of een losse stoeptegel. De meldlijn viel begin dit jaar ten prooi aan de gemeentelijke bezuinigingswoede en werd vervangen door een digitaal formulier. Maar vooral ouderen hebben daar problemen mee. 

Synoniemen

• meldpunt

Hyponiemen

• kliklijn, klachtenlijn

Vertalingen

    1.   

Engels: assistance line (en)

Gangbaarheid

• Het woord meldlijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "meldlijn" herkend door:

97 %	van de Nederlanders;
91 %	van de Vlamingen.