Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • me·la·noom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord melanoom melanomen
verkleinwoord melanoompje melanoompjes

Zelfstandig naamwoord

het melanoomo

  1. (medisch) kwaadaardig gezwel v.d. huid (uitgaand van moedervlek)
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be