• mee·zoe·ken

meezoeken [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
meezoeken
zocht mee
meegezocht
zwak -cht volledig
  1. samen met anderen naar iets of iemand speuren
    • "Sven is terug en in goede gezondheid. Hij was dolblij zijn baasje weer te zien. Nogmaals iedereen bedankt voor het meezoeken, meedenken, de steunbetuigingen... Hier zijn bijna geen woorden voor hoe hartverwarmend", luidt het laatste facebookbericht. [2] 
    • De politie laat op Twitter weten dat de identiteit van de man gevonden is en bedankt mensen voor het meezoeken. De jogger ligt nog steeds in kritieke toestand in het ziekenhuis. [3] 
    • De politie wil nog meer mensen laten meezoeken bij misdrijven en vermissingen, ook in de gemeente Berkelland. Door berichten via lokale WhatsAppgroepen. [4] 
    • Volgens de politiechef wordt er specialistische zoekapparatuur ingezet en gaan Turkse speurhonden meezoeken. Hij benadrukt: "Denk niet dat we opgeven, het onderzoek wordt met volle kracht voortgezet." [5] 
    • Via GIMPS, dat voor Great Internet Mersenne Prime Search staat, kan iedereen meezoeken naar zogeheten Mersenne-priemgetallen, vernoemd naar de Franse monnik Marin Mersenne (1588-1648). [6]