Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • me·de·over·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord medeoverheid medeoverheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de medeoverheidv

  1. verzamelnaam voor gemeenten, provincies en waterschappen; alle overheden naast de rijksoverheid
     „Als je niet gelukkig bent met een medeoverheid is deze daarmee niet overbodig. Wat we in Amerikaanse studies zien, is dat gemeenten die niet ingebed zijn in een regionale vorm van bestuur het minder goed doen. Ze gaan helemaal op in hun onderlinge concurrentie.[1]
     "Nederland is een sterk land en we kunnen deze crisis aan, dat is mijn vaste overtuiging. Maar we kunnen het niet alleen. Iedereen zal zich moeten inzetten: medeoverheden, werkgevers, werknemers", zei de premier vrijdag na afloop van de wekelijkse ministerraad.[2]
Antoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Gerard Vroegindeweij
    “Debat herindeling provincies komt terug” (18-03-2015), Reformatorisch Dagblad
  2.   Weblink bron “Nederlandse premier Balkenende vraagt steun bij aanpak crisis” (20/02/2009), De Standaard