materialisme
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ma·te·ri·a·lis·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | materialisme | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het materialisme o
- hechten aan stoffelijk gewin, streven naar materieel bezit en/of genot.
- Het materialisme maakt de samenleving kapot.
- (filosofie) leer dat de materie of de stof de enige begin- en eindoorzaak is van al wat bestaat
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord materialisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "materialisme" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be