• mar·ker
  • Uit het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord marker markers
verkleinwoord markertje markertjes

de markerm

  1. een markeerstift die doorzichtige fluorescerende inkt bevat die erg opvalt
    • Door het gebruik van een marker kon de tekst niet meer gekopieerd worden. 
96 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


  • mar·ker
Naar frequentie 13588

marker

  1. nominatief onbepaald vrouwelijk meervoud van mark


  • mar·ker

marker

  1. nominatief onbepaald vrouwelijk meervoud van mark


Naar frequentie 9282

marker

  1. nominatief onbepaald gemeenschappelijk geslacht meervoud van mark