marker
- mar·ker
- Uit het Engels
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | marker | markers |
verkleinwoord | markertje | markertjes |
de marker m
- een markeerstift die doorzichtige fluorescerende inkt bevat die erg opvalt
- Door het gebruik van een marker kon de tekst niet meer gekopieerd worden.
- Het woord marker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "marker" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- mar·ker
Naar frequentie | 13588 |
---|
marker
- nominatief onbepaald vrouwelijk meervoud van mark
- mar·ker
marker
- nominatief onbepaald vrouwelijk meervoud van mark
Naar frequentie | 9282 |
---|
marker
- nominatief onbepaald gemeenschappelijk geslacht meervoud van mark