vervoeging van
marchitar

marchiten

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van marchitar
  2. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van marchitar
vervoeging van
marchitarse

marchiten

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van marchitarse
  2. gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van marchitarse