vervoeging van
marchitar

marchitamos

  1. eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van marchitar
  2. eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito indefinido) van marchitar
vervoeging van
marchitarse

marchitamos

  1. eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van marchitarse
  2. eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito indefinido) van marchitarse