mannin
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- man·nin
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mannin | manninnen |
verkleinwoord |
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
de mannin v
- (religie) (christendom) vrouw
- manwijf, virago
Synoniemen
- manninne (gebruikt in de oorspronkelijke Statenvertaling uit 1637)
Gangbaarheid
- Het woord mannin staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mannin" herkend door:
18 % | van de Nederlanders; |
9 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Herziene Statenvertaling (2016) Stichting Herziening Statenvertaling (HSV), Zeist; geraadpleegd 2019-08-23
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be