mannelijkheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- man·ne·lijk·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mannelijkheid | mannelijkheden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de mannelijkheid v
- kracht en in bezit van eigenschappen zoals aan mannen wordt toegeschreven
- Voor mannen is de omgang met fysiek geweld een manier van doen en laten die bij uitstek wordt gerelateerd aan het vertoon van mannelijkheid.[1]
- (eufemisme) penis
Synoniemen
- [1] masculiniteit, viriliteit
Antoniemen
Vertalingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord mannelijkheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Schuyt & van den Brink, Publiek geweld, 2003, p. 48