manipulator
Niet te verwarren met: manipulátor |
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: manipulator (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ma·ni·pu·la·tor
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van manipuleren met het achtervoegsel -ator[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | manipulator | manipulatoren manipulators |
verkleinwoord | manipulatortje | manipulatortjes |
Zelfstandig naamwoord
de manipulator m
- iemand die manipuleert
- (gereedschap) instrument waarmee men manipuleren
Hyponiemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord manipulator staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "manipulator" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be