magnoliazanger
- (IPA in voorbereiding)
- mag·no·lia·zan·ger
- samenstelling van magnolia zn en zanger zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | magnoliazanger | magnoliazangers |
verkleinwoord | magnoliazangertje | magnoliazangertjes |
de magnoliazanger m
- (zangvogels) Setophaga magnolia een vogel uit de familie van Amerikaanse zangers
- Het woord 'magnoliazanger' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.