maffialid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- maf·fia·lid
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van maffia zn en lid zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | maffialid | maffialeden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het maffialid o
- iemand die deel uitmaakt van de maffia
- De Braziliaanse politie heeft op het vliegveld van São Paulo het Italiaanse maffialid Vincenzo Macri opgepakt. Macri woonde jarenlang in Aalsmeer.[1]
- De aanhouding is een nieuw succes voor het team FastNL, dat vorige maand nog een voortvluchtig maffialid uit Sicilië in Den Haag wist op te sporen.[2]
Gangbaarheid
- Het woord maffialid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "maffialid" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Het Parool 10 JUNI 2017 Maffialid uit Aalsmeer in Brazilië opgepakt
- ↑ de Telegraaf Weduwe van drugsbaron Zwolsman opgepakt Maffialid uit Aalsmeer in Brazilië opgepakt
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be