Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • machts·dra·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord machtsdrager machtsdragers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de machtsdragerm

  1. belangrijke functionaris die bepaalt wat er moet gebeuren
     De ongenaakbaarheid van in principe eerbiedwaardige instituten als de rechterlijke instituties of het parlement waarborgen de autoriteit en de macht van de individuele machtsdrager, bijvoorbeeld de minister-president.[1]
     Machtsdragers hebben nogal eens de neiging te grossieren in al te gemakkelijke en ondoordachte oplossingen voor ingewikkelde problemen.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Arnon Grunberg
    “Taboes van mensen en van goden” (22 maart 2012) op nrc.nl  
  2.   Weblink bron
    E.M. Havik
    “Huisartsentekort” (21 juni 2003) op nrc.nl