Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • maal·de fijn
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
fijnmalen

maalde fijn

  1. enkelvoud verleden tijd van fijnmalen
    • Ik maalde fijn. 
    • Jij maalde fijn. 
    • Hij, zij, het maalde fijn. 


Gangbaarheid