lulleman
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lul·le·man
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lulleman | lullemannen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de lulleman m
- iemand die teveel praat
- (beroep) brandweerman (lul als mondstuk van een brandweerslang)
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'lulleman' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lulleman" herkend door:
47 % | van de Nederlanders; |
65 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be