Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • [1] lui·tjes
  • [2] luit·jes

Zelfstandig naamwoord

de luitjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord lui
  2. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord luit

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
83 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be