Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lucht·weg·klacht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord luchtwegklacht luchtwegklachten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de luchtwegklachtv / m

  1. (medisch) het moeite hebben met ademen of enige indicatie die duidt op een luchtwegziekte
    • Met die luchtwegklachten moest de man dringend in het ziekenhuis worden opgenomen.