luchtverplaatsing

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lucht·ver·plaat·sing
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord luchtverplaatsing luchtverplaatsingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de luchtverplaatsingv

  1. het gaan van de lucht van de ene naar de andere plaats
     Eerder nog dan ik het gillen van de banden hoorde, voelde ik de luchtverplaatsing van de auto.[2]
     In het stadion werd de bevrijding van de nazi's gevierd. Kinderen van de plaatselijke school keken toe hoe leden van een antiterreureenheid van de politie per helikopter arriveerden, toen reclameborden langs het veld door luchtverplaatsing in het publiek werden geblazen.[3]
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Tonio : een requiemroman” (2011), De Bezige Bij  , ISBN 9789023467014
  3.   Weblink bron “Kinderen gewond bij politiedemonstratie” (17-10-2011), NOS