loopfiets
- loop·fiets
- samenstelling van loop ww en fiets
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | loopfiets | loopfietsen |
verkleinwoord | loopfietsje | loopfietsjes |
- voorloper van de fiets met pedalen waarbij men zich met de voeten op de grond afzette
- tweewielig hulpmiddel in de revalidatie
- Het woord loopfiets staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "loopfiets" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be