loopband

- loop·band
- samenstelling van lopen ww en band zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | loopband | loopbanden |
verkleinwoord | loopbandje | loopbandjes |
de loopband m
- fitness apparaat waarop men wandelen of hardlopen kan simuleren
- ▸ Sinds Peake weet dat hij naar het ISS gaat, lijkt het hem gaaf om een 'digitale versie' van de marathon in het ruimtestation te lopen. Die wens gaat nu in vervulling. Met behulp van een loopband en een scherm met een hardloopsimulator gaat hij het proberen.[1]
- ▸ Bij een groot adviesbureau in Amsterdam zijn ze al een tijdje bezig om hun medewerkers zo fit mogelijk te krijgen. "We hebben hier onder andere loopbanden, sta-tafels en fietsbureaus", vertelt Lieke Wolfraad, vitaliteitsmanager bij Accenture.[2]
- een horizontale of hellende lopende band waarmee mensen vervoerd worden
1. een horizontale of hellende lopende band waarmee mensen vervoerd worden
- Het woord loopband staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑
Weblink bron “Britse astronaut loopt de Londense marathon in de ruimte” (04-12-2015), NOS
- ↑
Weblink bron “Jouw baas wil dat je fietst tijdens het werk” (02-10-2015), NOS