locatieonafhankelijkste

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lo·ca·tie·on·af·han·ke·lijk·ste
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

locatieonafhankelijkste

  1. verbogen vorm van de overtreffende trap van locatieonafhankelijk

Gangbaarheid