Lisdodde
  • lis·dod·de
enkelvoud meervoud
naamwoord lisdodde lisdodden
verkleinwoord - -

de lisdoddev / m

  1. (plantkunde) Typha sp.   een plant van moerassen en oevers met een sigaarachtige aar
    • Tussen de lisdodden was er een karekiet te horen. 
66 % van de Nederlanders;
55 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be