Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lip·le·zen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
liplezen
(las lip)
lipgelezen
klasse 5 volledig

Werkwoord

liplezen

  1. overgankelijk trachten door naar de beweging van iemands mond en diens lichaamstaal te kijken, te begrijpen wat er gezegd wordt, zonder het geluid te kunnen waarnemen
    • [...] nee, in een close up van Wesley vlak na het doelpunt liplazen wij duidelijk twee keer het woord 'Robben'.[1] 
    • De geschreven en lipgelezen taal was voor haar een moeizaam bestudeerde vreemde taal [.]. 
Synoniemen
Opmerkingen
  • De Taalunie geeft het werkwoord als een onvolledig werkwoord, maar andere vormen dan de onbepaalde wijs komen spaarzaam voor.

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Was die Presse schreibt ... - Kein Keloel 2008
    Gekrenkte sinaasappels
    Nico Dijkshoorn
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be