lijderes
- lij·de·res
naamwoord van handeling van lijden met het achtervoegsel -es
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lijderes | lijderessen |
verkleinwoord | lijderesje | lijderesjes |
de lijderes v
- vrouw die in ellende verkeerd of veel smarten ondergaat
- (medisch) vrouwelijke patiënt
- ▸ Een zieke vrouw is geen lijdster, beste lezer, maar een lijderes. IJlgoed, dat zijn 'per exprestrein te vervoeren waren', en daslook is een zeldzame looksoort die in culinair Duitsland warempel verwerkt wordt tot pesto.[1]
- Het woord 'lijderes' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lijderes" herkend door:
16 % | van de Nederlanders; |
17 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Weblink bron Els De Pauw“Woorden-schat: we zijn vergeten wat we bezitten” (20 maart 2013), De Morgen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be