liepen achteruit
- Geluid: liepen achteruit (hulp, bestand)
- IPA: / ˈlipə(n) ɑxtərˈœyt / (5 lettergrepen)
- lie·pen ach·ter·uit
- uit liepen (werkwoord) en achteruit (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
vervoeging van |
---|
achteruitlopen |
liepen (…) achteruit
- meervoud verleden tijd van achteruitlopen
- Wij liepen achteruit.
- Jullie liepen achteruit.
- Zij liepen achteruit.
- Wij liepen achteruit.
- Het woord liepen achteruit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.