Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lie·ge·beest
enkelvoud meervoud
naamwoord liegebeest liegebeesten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het liegebeesto

  1. (informeel) iemand die liegt, een leugenaar
    • Rabobank door Wakker Dier uitgeroepen tot 'grootste Liegebeest van 2018' [1] 
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen